Berichten geschreven door Auteur: De Tekstsmederij

Yahmani Blackman nieuwe presentator bij De Tekstsmederij


De Tekstsmederij

Dit najaar verwelkomt De Tekstsmederij een nieuwe presentator voor haar programma’s waarin nieuw schrijf- en regietalent centraal staat: Yahmani Blackman. Yahmani is een veelzijdige theatermaker, een expressieve re-actrice binnen en buiten de creatieve context. Hoe kijkt ze tegen haar nieuwe rol aan? In dit interview vertelt ze meer over de achtergronden.

Hoe zou je De Tekstsmederij beschrijven voor iemand die het nog niet kent?
De Tekstsmederij biedt een veilige plek voor jonge theaterschrijvers om hun tekst uit te proberen en tot leven te laten komen. Hiermee krijgt in het dynamische veld van theatermaken de schrijvers ook een eigen plek. Ik vermoed dat theaterschrijven een eenzaam vak is achter de schrijftafel. De programma’s van De Tekstsmederij halen de schrijvers uit die eenzaamheid. Een tekst is namelijk vloeibaar, je moet het constant heen en weer gooien tussen de schrijftafel, de regie, het spel en het publiek. Daardoor wordt het levendig en legendarisch. Aandacht voor dat proces is essentieel.  

Waarom vind je belangrijk dat nieuwe theaterteksten worden gemaakt?
Geschiedenis kan alleen bestaan door tekst. Als maker hoeft het natuurlijk niet je eerste doel te zijn om geschiedenis te schrijven, maar er is wel een bepaalde noodzaak om iets wat je bezighoudt uit de huidige maatschappij te belichten. In dat opzicht vind ik dat kunstenaars medeschrijvers zijn van de geschiedenis, hoe klein of groot dat ook mag zijn. Bijvoorbeeld in deze tijd is diversiteit een groot thema,  mede doordat sommige teksten uit het verleden anders geïnterpreteerd zijn. Daarom is het zo belangrijk wat De Tekstsmederij doet: interpretaties in een vroege fase bespreekbaar maken. Als schrijver wil je natuurlijk weten hoe je teksten worden begrepen.

Hoe zie je jouw rol binnen de context van De Tekstsmederij? Wat wil je tijdens de publieksprogramma’s losmaken bij het publiek?
Ik wil graag laten zien en laten ervaren dat het ‘leuk’ is om kritisch te zijn en vragen te stellen. Als het publiek - en de makers natuurlijk ook - zich bewust wordt dat het verrijkend is om in gesprek te gaan over de interpretaties en over hoe iets overkomt, dan leert iedereen. Belangrijk daarbij is dat het in een veilige setting gebeurt. Die setting wil ik mede creëren. Het is mooi en bijzonder om het proces achter het product te delen. En als we samen een mentaliteit ontwikkelen om open te staan en vragen te durven stellen dan kunnen we het product en het proces tot iets groters maken.

Je kunt Yahmani ontmoeten tijdens De Tekstsmederij presenteert Nina en Simone op 4 en 5 december in Theater Bellevue. 

de (on)mogelijkheid van moderne verhalen


De Tekstsmederij

De Tekstsmederij organiseert samen met HKU Lectoraat Performatieve Maakprocessen een middag rond de noodzakelijkheid en onzin van klassieke theatertaal, over de (on)mogelijkheid van moderne verhalen en over wat er nodig is om aansprekende stukken te kunnen blijven ontwikkelen voor een jong en divers publiek. Op deze middag wordt ook het boek Tienduizend idioten van Nirav Christophe gepresenteerd. 

Tienduizend idioten leert je hoe je goede theaterteksten schrijft. Maar stiekem is het ook een casestudy hoe we het creatieve proces kunnen versoepelen, versnellen en verdiepen, en over hoe het kunstonderwijs voor hybride kunstenaars er vandaag de dag uit zou kunnen zien. De titel Tienduizend idioten verwijst naar de talloze stemmen die in deze tijd in ons huizen wanneer we leven, schrijven en theatermaken. Je binnenstemmen leren te onderscheiden, ermee te spelen en razendsnel ertussen te schakelen, is de basis van het creatieve proces. 

Een aantal sprekers zullen in korte intermezzo's hun visie delen op toneelschrijven. De host van de middag is Fenneke Wekker, die naast haar carrière als toneelschrijfster en theatermaakster zich de afgelopen jaren breder ontwikkeld heeft tot politiek socioloog en publicist. De combinatie van een theaterachtergrond met een sociaal-wetenschappelijke opleiding, zorgt voor een unieke combinatie die het Fenneke mogelijk maakt actuele, sociaal maatschappelijke thema's onder de aandacht te brengen van een breed en divers publiek. Kortom, een interessante middag voor (jonge) makers, theaterschrijvers, acteurs, regisseurs, scenaristen, producenten… en eigenlijk ook alle andere professionals die in hun praktijk wel eens met schrijven en schrijvers te maken hebben. Check de agenda voor meer info en aanmeldingen. 

‘Shakespeare is dead, get over it’


De Tekstsmederij

Gilles Michiels schreef voor e-tcereta een reflectiestuk op de Staat van de Theatertekst in Vlaanderen. 

Over De Staat van de Theatertekst van Stijn Devillé

Op het TheaterFestival sprak Stijn Devillé voor het eerst in Vlaanderen de Staat van de Theatertekst uit. Het initiatief van De Tekstsmederij, dat in Nederland al sinds 2014 bestaat, moet nu ook in het andere deel van het taalgebied aanzetten tot de opwaardering van de toneelliteratuur. Maar dan zijn eerst structurele maatregelen nodig.

‘Er zijn geen ensembles. Er zijn geen onafhankelijke toneelschrijvers. Er zijn geen schrijfopdrachten. Er is geen plaats in de grote zaal. Er is geen repertoireopbouw. Er is geen zichtbaarheid. Er is geen literaire toneelkritiek.’ De inventaris die Stijn Devillé opmaakt van onze toneelliteratuur, oogt karig. De artistiek directeur van Het nieuwstedelijk is de eerste die de Vlaamse Staat van de Theatertekst mag uitspreken en slaat meteen spijkers met koppen.

Gemakkelijk is het allesbehalve voor de toneelauteur. In tegenstelling tot pakweg tv-scenaristen moet hij concurreren met dode auteurs, zegt Nathan Vecht, die de Nederlandse Staat van de Theatertekst uitspreekt. Voor nieuwe Shakespeares is het huidige klimaat is niet bepaald gunstig: de toneelschrijver moet in literair statuut al zo’n twee eeuwen onderdoen voor de romancier, werd in de jaren 70 in het theater overvleugeld door de regisseur en zag een klein decennium geleden zelfs de Vlaamse Cultuurprijs voor Toneelletterkunde ter ziele gaan. Recent nog namen ook de grote stadstheaters in Gent en Antwerpen afscheid van hun toneelschrijvers (Peter Verhelst, Abke Haring). Devillé telt vandaag nog zo’n vier scenaristen die geen regisseur of producent zijn, maar in opdracht van anderen schrijven: Frank Adam, Bruno Mistiaen, Filip Vanluchene en Paul Pourveur.

Toch wil de Leuvenaar hoopvol klinken. ‘Shakespeare is dead, get over it’, knipoogt hij naar een stuk van die laatste. Dát De Staat voor het eerst wordt georganiseerd, duidt natuurlijk al op vooruitgang. Maar er zijn het laatste decennium wel meer positieve tekenen aan de theaterwand. In 2009 richtte Ditte Pelgrom bijvoorbeeld De Nieuwe Toneelbibliotheek op, die toneelteksten in boekvorm uitbrengt. Een jaar later in Vlaanderen bliezen Paul Verrept, Wouter Hillaert en Esther Severi ook uitgeverij Bebuquin nieuw leven in. Het zijn kleine initiatieven die passen bij de vaststelling die Evelyne Coussens begin dit jaar in De Morgen maakte: ‘Een jonge generatie theatermakers heeft de tekst herontdekt als krachtig communicatiemiddel’.

Focus op losse projecten

De makers in kwestie beperken zich echter niet tot de tekst. Geen van hen is voltijds schrijver, zegt Devillé, want ze moeten ook artistiek leider, regisseur, speler, producent, boekhouder zijn. ‘Het maakt dat deze schrijvers alleen zullen schrijven voor het aantal acteurs dat ze kunnen betalen. Het maakt ook dat deze schrijvers niet of nauwelijks worden gevraagd door andere gezelschappen.’

Met die analyse echoot Devillé de State of the Union van Sara De Roo aan het begin van het festival. Net als de toneelspeler lijkt de auteur zich eerder te moeten focussen op losse projecten dan op duurzaam vakmanschap. Voor de theaterstukken is dat goed nieuws: de artistiek directeur staat dichter bij zijn acteurs en zijn creatie – een toneelschrijver krijgt evenveel redacteurs als hij personages heeft, dixit Devillé. De theatertekst zelf krijgt daarentegen zelden een tweede leven, laat staan een vertaling. En zonder heropvoeringen en bewerkingen bouwt Vlaanderen geen nieuw repertoire op. Wie zal na 100 jaar nog de dialoog kunnen aangaan met onze toneelschrijvers?

“Net als de toneelspeler lijkt de auteur zich eerder te moeten focussen op losse projecten dan op duurzaam vakmanschap.”

Vooral de kleinere auteur is de dupe van die situatie. Wie zelf speelt, zoals Peter De Graef, kiest noodgedwongen voor monologen, waarvan de populariteit ook bleek uit de inzendingen van de laatste Toneelschrijfprijs. Wie niet zelf speelt, hangt af van een theaterveld dat vraaggericht werkt. ‘Teksten worden geschreven in opdracht, met het oog op een concrete productie’, stelde Coussens in De Morgen, ‘niet omdat de auteurs ze ‘in zich’ hebben zitten.’ En zonder regisseur geen opvoering. Wie zijn theatertekst wil gespeeld zien, moet dus zelf spelen of zijn eigen gezelschap uit de grond stampen.

Naar een duurzame theatertekst

Anders is dat in Duitsland, waar de onafhankelijke toneelschrijver wél een ‘podium’ krijgt, verklaarde de Nederlandse auteur Lot Vekemans na afloop van De Staat van de Theatertekst. Sommige schrijvers hebben zelfs een manager ter beschikking, die de gezelschappen afroomt op zoek naar enthousiaste afnemers van hun teksten. De kans is dan ook reëel dat één theatertekst er op meerdere plaatsen tegelijk wordt gespeeld. Het beste voorbeeld is Vekemans’ eigen theaterhit Gif (2009), die inmiddels in meer dan 40 versies was te zien. De keerzijde in Duitsland is volgens Vekemans wel dat de toneelschrijver nauwelijks bij het maakproces betrokken is, en bij de première weleens op minder aangename verrassingen stoot.

Devillé zelf prijst buitenlandse voorbeelden vooral om hun diversiteitsbeleid. Zo ondertekenden Britse theaters een ‘equal opportunities policy’, terwijl Canada protocols in het leven riep om culturele appropriatie tegen te gaan. In het licht van de laatste State of the Youth, waarin Aminata Demba en Aïcha Cissé de wens uitspraken om hun huidskleur niet te hoeven thematiseren, kunnen ze Vlaanderen inspireren. Een blik op de erkenning voor theaterauteurs met een migratieachtergrond zegt genoeg. De Syrisch-Nederlandse George Elias Tobal was dit jaar pas de derde genomineerde in 30 jaar Toneelschrijfprijs. Behalve twee Nederbelgen, Hanneke Paauwe en Abke Haring, kreeg zelfs geen enkele toneelschrijver met buitenlandse roots een subsidie van het Vlaams Fonds voor de Letteren. Ook vrouwen komen er bekaaid van af, met 14 (op 54) toelagen sinds 2005. Het VFL reikte verder nog nooit een stimuleringsbeurs uit aan een beginnend toneelauteur, terwijl dat in andere disciplines jaarlijks gebeurt.

Het is nu dus uitkijken naar initiatieven die de theatertekst weer duurzaam én aantrekkelijk kunnen maken. Devillé roept de beide Letterenfondsen en de Taalunie alvast op om De Nieuwe Toneelbibliotheek structureel te ondersteunen. Ondertussen werd in Amsterdam ook DeClaus Theatertekstkritiek onder het doopvont gehouden. Het initiatief van Tom Helmer, Ditte Pelgrom en Simon van den Berg moet zorgen voor literaire reflectie op Nederlandstalige theaterteksten. Terwijl er jaarlijks zo’n vijfhonderd worden geschreven in professioneel verband, ontbreekt die nu volledig. Vanaf 11 september zal op Theaterkrant.nl wekelijks een bespreking verschijnen van een nieuwe Vlaamse, Nederlandse of internationale theatertekst. Hopelijk is het een eerste stap richting een revival van de toneelliteratuur.

Klik hier voor de volledige tekst van Stijn Deville.
Fotografie: Haryanti Frateur

Staat van de Theatertekst is uitgesproken door Nathan Vecht


De Tekstsmederij

DE STAAT VAN DE TONEELTEKST 2018 - door Nathan Vecht

Rainer Maria Rilke, schrijft in één van zijn brieven aan een jonge dichter: "Kunstenaar zijn betekent: niet rekenen en tellen, maar rijpen als de boom, die zijn sappen niet voortdrijft, en getroost in de voorjaarsstormen staat, zonder angst dat er daarna geen zomer zou kunnen komen. Die komt toch. Maar die komt alleen voor de geduldigen, die zijn, alsof de eeuwigheid voor hen lag, zo zorgeloos stil en wijd. Ik leer het dagelijks, ik leer het met pijn, waar ik dankbaar voor ben: geduld is alles!" En om de jonge dichter nog een hart onder de riem te steken voegt hij daar aan toe: "Er bestaat geen meten met de tijd, een jaar is niet van belang, en tien jaren zijn niets."

De jaren van geduld. Ze zijn onontkoombaar in de kunst. En niet in de laatste plaats voor de jonge toneelschrijver. Het vergt moed om te verkondigen: ‘Ik ben toneel- schrijver.’ Een jonge romancier heeft het makkelijk, die kan zeggen: ‘Ik werk aan een roman.’ En daarmee is de kous af. Maar als een jonge toneelschrijver zegt: ‘Ik werk aan een toneelstuk,’ volgt onherroepelijk de vraag: ‘Wanneer kan ik het zien?’ En dan begint het gesodemieter.

Lees hier de complete tekst van De Staat van de Theatertekst 2018.

De Staat van Theatertekst – (BE) online


De Tekstsmederij

"... Het theater wordt van oudsher de kunst van het hier & nu genoemd. En dan heeft men het vaak over de alertheid van de spelers, in het moment zijn. Of ook bedoelt men het efemere karakter van de voorstelling: als het doek valt, is het voorbij. Voor mij gaat het niet alleen over dat vluchtigekarakter. Voor mij gaat het over het aanwezige. In het theater kan je niet afwezig zijn. Afwezig zijn is een onmogelijkheid, in een fundamentele zin, die raakt aan de essentie van het theater.Als het publiek afwezig blijft, noemen we het geen voorstelling, maar een repetitie. Het aanwezige. Wat ons aanbelangt, hier, nu, met z’n allen.Right here, right now....." - De Staat van de Theatertekst is op vrijdag 7 september 2018 om 14.00 uur voor het eerst in België  uitgesproken door de Vlaamse theatermaker en auteur Stijn Devillé.

Lees hier de Staat van de Theatertekst in België, uitgesproken door Stijn Devillé.

De Staat van de Theatertekst in Nederland wordt op 11 september om 14.00 uur in Internationaal Theater Amsterdam uitgesproken door Nathan Vecht. 

(Foto: Luc Gillet)

Middag van de Theatertekst


De Tekstsmederij

Het Nederlands Theater Festival en De Tekstsmederij organiseren traditiegetrouw tijdens het Theaterfestival de Middag van de Theatertekst, die dit jaar niet alleen in Nederland maar ook in Vlaanderen plaatsvindt. De Nederlandse middag waarop de Staat van de Theatertekst wordt uitgesproken, staat geprogrammeerd op 11 september om 14.00 uur in Internationaal Theater Amsterdam.  Dit jaar wordt de Staat op een bijzondere manier vormgegeven en interactief in twee landen besproken. In Nederland door Nathan Vecht en in België door Stijn Devillé.

De Tekstsmederij laat een nieuwe generatie toneelschrijvers en regisseurs aantreden. In dat kader is het van belang om jaarlijks met professionals uit het werkveld en met het publiek stil te staan bij de toekomst van de theatertekst. Dit jaar doet Vlaanderen voor het eerst mee en wordt in Antwerpen ook de Staat van de Theatertekst uitgesproken. De Vlaamse tekst ligt in handen van Stijn Devillé, de winnaar van de Podiumtekstprijs 2017. Devillé is theatermaker en directeur van theaterhuis Het Nieuwstedelijk. Zijn toneelstukken worden vertaald in het Frans en het Duits. La Dissection d’un Homme Armé en Lev werden voor de VRT tot hoorspel bewerkt (Klara). Voor ‘Hitler is dood’ ontving Devillé de Taalunie Toneelschrijfprijs 2009 en ‘Hebzucht’ werd genomineerd voor een Sabam Award.

Op vrijdag 7 september in Antwerpen is de Nederlandse delegatie aanwezig bij de Middag van de Theatertekst. Met behulp van een moderator wordt de Staat ter plekke besproken. Wat vinden we belangrijk als het gaat om de ontwikkeling van theaterteksten? Welke verhalen moeten worden verteld? Ook laat De Tekstsmederij beleidsmakers aan het woord om te reflecteren op de teksten.

Klik hier voor meer informatie over de Middag van de Theatertekst in Antwerpen.
Klik hier voor meer informatie over de Middag van de Theatertekst in Amsterdam. 

Wat je nog niet weet


De Tekstsmederij

De Tekstsmederij laat een nieuwe generatie toneelschrijvers en regisseurs aantreden. Samen met jou. Daarom is een actieve dialoog tussen maker en publiek een intrinsiek onderdeel van het ontwikkelingsproces. Door naar buiten te treden en het schrijfproces openbaar te maken engageren wij het publiek meer met het ambacht van toneelschrijven. De maker is niets slechts leverancier en het publiek niet slechts consument. Beiden leren van elkaar en maken elkaar sterker. Ko de Laat is een regelmatige bezoeker van de publieksprogramma's van De Tekstsmederij. We stellen hem een paar vragen:

  • Wat was je reden om de publieksprogramma's te bezoeken en wat heb je al gezien?

Was tot nu toe bij de Toneelleesavonden met Maria Goos en Peter Blok. Ik bezoek deze avonden mede om feeling met gesproken theaterteksten te houden. De laatste jaren bestond mijn werk voor theater vooral uit liedteksten (met name voor musicalacteurs, w.o. Pia Douwes). Dat is zo gelopen; ik heb als schrijver en dichter meerdere hoedanigheden en soms komt het een wat meer aan bod dan het ander. In elk geval is de Toneelleesclub een mogelijkheid om me weer eens wat in toneelstukken te verdiepen en de bonus is daarbij natuurlijk dat je nadere toelichting krijgt van de maker of de uitvoerder. Dat is toch net iets meer dan wanneer je enkel aan eenzame zelfstudie doet (al levert ook dat veel kennis op).

  • Wat hebben deze programma's jou gebracht?

Wanneer er weer eens een toneelstuk van mijn hand verschijnt, zal ik dat wellicht beter kunnen zeggen. Sinds deze avonden heb ik al wel weer wat vingeroefeningen gedaan (wat oefenmonoloogjes e.d.). Wanneer ik dicht of liedteksten schrijf, schiet me regelmatig te binnen wat George Groot, Ivo de Wijs of Drs. P me wel eens over mijn werk gezegd heeft. Dat pas je dan toe, dat is de databank die in je hoofd zit. Wanneer ik mij weer eens tot een stuk aanzet, zal mij bij sommige passages ongetwijfeld ook wel te binnen schieten wat op die en die toneel-leesclub besproken is. Op een gegeven moment doet iets wat je schrijft aan case studies uit het verleden denken. Bij Maria Goos had ik al eens een masterclass gevolgd en dan komen later die aantekeningen die je daarbij ooit gemaakt hebt wel eens van pas. Verder is de zin van deze avonden dat je altijd wel iets voorbij hoort komen dat je nog niet wist. Ik heb mij door de jaren heen best veel procedés eigen gemaakt, maar je komt er bij zulke bijeenkomsten achter wat je op dat vlak nog níet weet. En dat is het belangrijkste. Tevens is het altijd boeiend om samen te doorgronden wat de kracht van het stuk benevens het technische aspect. Want het is niet enkel techniek wat een stuk goed maakt. Er is nog iets meer, dat niet altijd te bevatten is. Maar wel het bespreken waard.    

  • Wat was je meest memorabele moment?

De bijeenkomsten an sich zijn al memorabel, omdat je in een heel kleine setting met de maker of de acteur van het stuk uitgebreid mag praten. En dan blijk je vaak best aardig met elkaar te levelen. In een andere context krijg je daar niet zo gauw de kans voor. Om nog even het voorbeeld van Maria Goos aan te halen: sinds ik die masterclass bij haar volgde (in 2011 was dat) komen we elkaar af en toe tegen, maar veel verder dan vriendelijk gedag zeggen en soms een paar zinnetjes in het voorbijgaan komt dat doorgaans niet. Dan is na zeven jaar zo’n sessie wel van een heel ander kaliber. 

--
Kijk op onze agenda voor meer publieksprogramma's.

MIJN van Koen Caris


De Tekstsmederij

Op 18 en 19 september presenteert Koen Caris zijn nieuwste werk MIJN in Theater Bellevue. Samen met regisseur Casper Vandeputte onderzoekt hij tijdens deze Tekstsmederij-avond een aantal scènes uit het stuk waarvoor hij het stipendium TheaterTekstTalent 2017 kreeg. We stellen hem een aantal vragen over de voorbereidingen van de twee avonden in Amsterdam.

Hoe is het idee ontstaan voor MIJN?
Het eerste idee is jaren geleden geboren toen in het dorpje Vrouwenpolder de Postcodeloterij viel. Het dorpje was oudsher arm en kende slechts één postcode, dus als je daar woonde dan was je - meer dan in grotere steden - een echte winnaar of automatisch een keiharde verliezer. Dat gegeven vond ik heel interessant, maar nog niet rijp voor een stuk. Toen jaren later de vluchtelingencrisis op zijn hevigst was en de discussie over wie waar thuishoorde op een hoogtepunt kwam, zag ik dat we ons niet voldoende realiseren dat waar ter wereld je geboren wordt net zo goed een loterij is. De parabel hoe we de neiging hebben voor wij-en-zij denken wilde ik vangen in een stuk. Dat is MIJN geworden, over een dorpje waar plotsklaps ook de helft van de bewoners schatrijk is, waardoor er een grote kloof ontstaat.

Hoe ver ben je met je proces?
De voorlaatste versie is af. Samen met dramaturg Corien Baart hebben we onlangs iedere letter omgedraaid. Na mijn vakantie ga ik de definitieve versie schrijven en presenteren. Wat ik erg fijn vind aan deze prijs is dat ik nu een groter stuk kan maken. Als jonge toneelschrijver krijg je meestal opdrachten voor werk op kleine schaal met weinig personages. Ik heb nu een avondvullend stuk met negen personages!

Wat wil je tijdens de avond in Bellevue onderzoeken met het publiek?
Samen met regisseur Casper Vandeputte gaan we een groepsscène presenteren en ook wat kleine intieme scènes. Ik ben benieuwd hoe de combinatie uitpakt tussen het massale en het kleine menselijke leed. Voor mij is de avond een mooie kans om te zien hoe de teksten vallen en wat de acteurs er nog aan toevoegen. Benieuwd ook naar de feedback van het publiek! Zonder het stipendium en zonder De Tekstsmederij zou ik deze kans niet kunnen krijgen. Het is een groot cadeau dat ik graag wil delen.

Ontmoet Simon Weeda


De Tekstsmederij

De Tekstsmederij laat een nieuwe generatie toneelschrijvers en regisseurs aantreden. Samen met jou. Om dat mogelijk te maken werken we met een groot netwerk van theaterprofessionals. In ons team zit ook toneelschrijver Simon Weeda. Je kunt hem ontmoeten tijdens diverse workshops, toneelleesclubs en ook tijdens de Editio Schrijfweek 24 t/m 31 augustus. Simon is schrijfcoach en jouw partner in crime als het gaat om ondersteuning bij ontwikkeling van nieuwe teksten. Waar haalt hij inspiratie vandaan? En hoe verloopt zijn schrijfproces? We stelden een aantal vragen aan hem:

Waar haal je inspiratie vandaan?
Kelere, zeg. Dit zijn vragen om een keertje een week lang in retraite over te filosoferen, Henriett. Het soort vragen waar ik morgen een ander antwoord op geef dan vandaag. Het soort vragen dat elk hun eigen boek verdient. Maar soms is inspiratie helemaal niet aan de orde. Heb je voor elk stuk evenveel inspiratie nodig? Elk idee? Elk personage, elk idioom, elke arena? Soms gaan dingen gewoon vanzelf, zijn die dan ongeïnspireerd? En betekent dat dat ze slecht zijn?

Nu we het er toch over hebben: wat is inspiratie eigenlijk? Misschien is inspiratie vooral een specifiek soort artistieke motivatie. Iets waarvan je zin krijgt om te schrijven. In die zin zegt het niets over de kwaliteit van de uiteindelijke tekst, maar het helpt wel om tot een tekst te komen. Schrijven is tenslotte heel moeilijk, als je er geen zin in hebt.

Ik heb vaak genoeg teksten geschreven waarbij het meest geïnspireerde moment, het startpunt van het hele idee, verreweg het slechtste element was, en later geschrapt is. Laten we niet al te romantisch hangen aan inspiratie. 

Ik heb niet één muze. Inspiratie kan overal vandaan komen. Ik geloof erg in research, en interviews, maar tegelijkertijd moet je uitkijken dat je niet wordt beperkt door de werkelijkheid. Je tekst moet op eigen benen gaan staan. Het moge duidelijk zijn dat je voor meer sprookjesachtige, of puur emotionele stukken, niet de encyclopedie bij de hand hoeft te hebben. Inspiratie is een vreemd, onvangbaar kreng. En laten we eerlijk zijn: als je wilt schrijven is inspiratie waarschijnlijk niet je eerste probleem. 

Wat is je gouden tip voor schrijvers?
Ik ben zo’n vreselijke nuanceneuker (relativist, ook wel) die niet gelooft in één gouden tip die bij alle schrijvers werkt. Behalve natuurlijk: schrijven. Ons vak is in de eerste plaats een kwestie van doen. Dat is de enige manier om er achter te komen hoe jij als schrijver werkt, en waar de krachten van je tekst liggen. Lezen kan ook geen kwaad, trouwens. 

Wat voor soort coach ben je?
Mijn hemel, wat een lastige vragen stel jij! Laten we hopen dat ik voor iedereen een andere coach ben. Immers: geen twee teksten hebben dezelfde feedback nodig. Een pragmatische coach ben ik wel, denk ik.

---
Check onze agenda en kies het programma wat bij je past. Of je schrijft of je als publiek geniet van het ontstaan van nieuwe theaterteksten, je bent van harte welkom!

Masterclass met Nathan Vecht


De Tekstsmederij

De zomer ingaan met frisse inspiratie voor je schrijfproces? De Tekstsmederij organiseert op 18 en 19 juni een masterclass met Nathan Vecht! Je schrijft dan ter plekke nieuwe scènes en aan de hand daarvan leer je meer over de belangrijkste bouwstenen van een toneeltekst: structuur, conflict, expose, dialoog, subtekst, personage, genre. Het is een uitstekende kans voor (toneel)schrijvers om verdieping te vinden in hun bestaand werk en nieuwe kennis en inspiratie opdoen via een theaterprofessional.

Nathan Vecht schreef onder meer de toneelstukken Kunsthart en Gidsland (mugmetdegoudentand), Don Juan (Noord Nederlands Toneel), Post (Bellevue Lunchtheater), Fietsen voor Malawi, Go Vote! en God in Frankrijk (de Parade). Voor het Delamar Theater schreef hij de musical In de ban van Broadway. Zijn werk is geselecteerd voor het Nederlands Theaterfestival, werd opgevoerd in onder meer Duitsland en Belgie, en is uitgegeven door de Nieuwe Toneelbibliotheek en International Theatre & Film Books. Voor televisie schreef hij onder meer de comedyserie Missie Aarde en scènes voor Koefnoen en Het Klokhuis.

Check snel deze link voor meer info en aanmelden.  Deadline voor aanmelden is 23 mei om 09.00 uur.