Kunnen we in tijden van crisis creatief verbonden blijven? Is het mogelijk om met meerdere mensen aan één theatertekst te schrijven? Wij gaan het gewoon proberen! Maar liefst zeven interessante taalkunstenaars gaan de uitdaging aan en creëren met elkaar een nieuwe tekst. Een unieke estafette die ons de komende maanden bezighoudt en dit najaar haar climax zal bereiken.
De schrijvers wordt gevraagd alle eventuele schrijfwetten los te laten en vaste patronen te doorbreken om in totale vrijheid te kunnen reageren op elkaars werk. Welk resultaat dat uiteindelijk oplevert? Geen idee! Of het dé theatertekst van 2020 wordt? Zou kunnen! Het gaat uiteindelijk om het proces.
Hoe gaat het in zijn werk?
Het overkoepelende thema van dit project is 'thuiskomen' en iedere schrijver heeft drie weken de tijd om zijn of haar bijdrage op papier te zetten. Jibbe Willems heeft de eerste scènes geschreven waarna Mohamed Aadroun het stokje overnam. Inmiddels kun je ook het derde deel lezen van Rosita Dameri de bijdrage van Maarten van Hinte, deel vijf van Nedra Arsenovic-Kenzari en het een-na-laatste deel van Esther Duysker. Binnenkort publiceren we het laatste deel van Lot Vekemans en sluiten we het stuk op zaterdag 19 december feestelijk af. Houd onze kanalen in de gaten voor alle updates!
Esther Duysker
Esther is scenarist, toneelschrijver en hoorspelschrijver. Haar stukken worden gekenmerkt door vaart, humor en een heldere poëzie. EstherDuysker studeerde Writing for Performance aan de HKU en schreef onlangs het scenario voor de met Gouden Kalf bekroonde film Buladó.
Wie ben jij als theaterschrijver?
Ik zie mezelf niet direct als theaterschrijver. Alles wat ik maak staat in verband met wie ik ben of wat ik interessant vind. Ik kies altijd voor thema’s die mij heel na aan het hart liggen. Als zwarte schrijver voel ik een verantwoordelijkheid om verhalen te maken over en voor mensen die je in eerste instantie minder vaak in het theater ziet. Ik wil ook hen dienen en bedienen.
Dat gevoel heeft zich de laatste jaren meer ontwikkeld en zegt vooral ook iets over wie ik ben als zwarte vrouw binnen deze maatschappij. Ik gebruik dit medium om een grotere groep te representeren.
Je vraagt je tijdens het schrijven altijd af voor wie je aan het maken bent. Ik realiseer me steeds vaker dat ik daarin automatisch een westers denkader hanteer.
Bij de voorstelling over Othello hebben we ons gefocust op het thema racisme en hoe hij zichzelf als zwarte man in een witte wereld staande hield. Achteraf gezien heb ik daarmee weer een voorstelling gemaakt voor witte mensen; zwarte mensen kennen dit verhaal al.
Als schrijver probeer ik me daar steeds meer in te verdiepen: Hoe worstel ik me los van dat wat ik op school geleerd heb en dat wat ik de afgelopen jaren in de schouwburgen heb gezien? Kan ik een nieuw narratief creëren of een nieuwe kijkervaring onderzoeken? En wat ontstaat er dan? Dat is een zoektocht van nu en van de komende jaren.
Hoe ben je ooit begonnen?
Mijn moeder nam mij en mijn zusjes altijd al mee naar het theater en naar de Kinderboekenweek. Ik heb als kind al zo veel kleine boekjes gemaakt met nietjes en papier. Mijn vader was bevriend met Hans van Bergen, ooit stadsdichter van Roermond. Ik vond het allemaal ontzettend interessant. Op mijn zeventiende schreef ik een scenario voor een film, maar wilde uiteindelijk actrice worden. In mijn belevingswereld van toen was dat de meest zichtbare positie in het culturele veld. Na een aantal afwijzingen op toneelscholen wees een vriendin me op de schrijfopleiding van de HKU. Zo is het eigenlijk begonnen.
Hoe zit dat nu met die zichtbaarheid? Is dat voor schrijvers verbeterd denk je?
Ja, dat is heel erg veranderd. Er lijkt meer interesse in auteurs. Je ziet steeds vaker dat ook schrijvers een interview geven in de aanloop naar een nieuwe voorstelling. De schrijver achter een stuk krijgt zo steeds vaker een gezicht.
Hoe ziet jouw werkproces eruit?
Dat hangt heel erg af van wie de opdrachtgever is. Als de regisseur al goed weet wat er moet gebeuren, zoek ik vooral nog naar de stemmen van de personages.
Als de opdracht vrijer is en vanuit mezelf komt, lees ik eerst veel andere werken over het thema waar ik over wil schrijven. Dan laat ik me inspireren door zinnen, passages, boeken. Dat begint heel vrij en gaandeweg komt er een soort plot waar ik me aan vast kan houden. Het gaat voor mij altijd eerst over het creëren en aankleden van een nieuwe wereld.
Hoe vind je het om samen met zes andere theaterschrijvers mee te werken aan de estafettetekst?
Ik vond het hilarisch en tegelijkertijd heel moeilijk. In de eerste drie scenes werden al best veel personages ten tonele gevoerd. Daar moet je vanzelfsprekend iets mee. In de tekst van Rosita, die ik tijdens #Nieuwestukken begeleid heb, herkende ik haar schrijfstijl. Ik zag wat ze wilde bereiken door de Surinaamse Shirley te introduceren en daar ging ik van aan. Ook God vond ik meteen een interessant personage als je het koppelt aan het thema ‘thuiskomst’. Ik wilde zelf graag iets met de dood doen.
Het is leuk om te zien welke personages door de andere schrijvers interessant gevonden werden en wat hem of haar heeft aangesproken. Als een-na-laatste schrijver moest ik uiteindelijke wel naar een einde toe schrijven, zodat Lot het stuk kan afronden.
Heb je tips voor Lot Vekemans of wil je nog wat tegen haar zeggen?
Nee joh, die vrouw is zo ervaren! Heeft Lot nog tips voor mij?!
Ik zou willen zeggen dat ze zich kan laten leiden door wat er allemaal al geschreven is en hoop dat ze zich vrij voelt een eigen slot te creëren. Het verhaal hoeft volgens mij niet rond te zijn, het is en blijft een experiment. Hier is in principe geen goed of fout aan de orde.
LEES HIER DEEL 1, 2, 3,4, 5 en 6
1,2,3,4,5,6_De Thuiskomst (werktitel)_Jibbe Willems, Mohamed Aadroun, Rosita Dameri, Maarten van Hinte, Nedra Arsenovic Kenzari, Esther Duysker